Constipatie (2)

Gedurende de hele dag hebben Balkenende, Bos en Rouvoet op de wc’s van het Torentje gisteren overlegd hoe de dankzij het rapport van Davids ontstane kabinetscrisis bezworen moest worden. Dit overleg zal de geschiedenis in gaan als ‘het potoverleg’.

Tussen het persen door hebben de heren via de telefoon van Bos een brief kunnen dicteren aan de personal assistent van Rouvoet. Uiteindelijk is besloten dat het kabinet niet mag vallen op zoiets lulligs als een mevrouw Hamer die zo nodig op haar strepen moet gaan staan. Men is tot de volgende tactiek gekomen:

1) Laat Mariëtte Hamer de klappen maar opvangen.

En zo geschiede. Zoals de Baron van Münchhausen zichzelf uit zijn eigen haren uit een moeras omhoog trok, zo duwde Mariëtte Hamer zichzelf steeds dieper weg in een moeras van onbegrijpelijke redenaties en doorzichtige afleidingsmanoeuvres. Bos, Balkenende en Rouvoet lachten minzaam.

Begeleid door een stel knetterende scheten (wie goed keek, zag hoe Wouter Bos zich subtiel probeerde weg te draaien), sprak Balkenende rond de klok van enen de volgende woorden:

“Ik heb gezegd wat ik zei en wat ik zei daar sta ik achter. Als premier van het toenmalige kabinet, zeg ik dat wij adequaat hebben gehandeld. Als premier van het huidige kabinet, zeg ik dat het met de kennis die we nu hebben adequater had gekund. Met de kennis die wij toen hadden, hebben wij naar eer en geweten onze verantwoordelijkheid gepakt. Met de kennis die wij nu hebben, zou het kabinet nu anders hebben gehandeld dan dat het toen handelde.”

Jan Peter Balkenende liet alles lopen. En het deed hem zichtbaar goed.